PAUL MICHIELS (B)
FRIDAY, DECEMBER 25- THE BORDERLINE DIEST

website

reporter: witteMVS
photo
: Freddy
 
CONCERT REVIEW

Paul Michiels in the Borderline. ‘t Is eens iets anders. Vijftig percent van de volle Border bestond uit vaste klanten, de andere vijftig waren minder bekende of zelfs totaal onbekenden. Maar de sfeer zat erin van het begin. Drie uur vóór de aankomst van de nog steeds populaire Polle Pap, zoals hij in zijn hometown Heist-op-den-Berg wordt genoemd, werd het vroeg opgekomen publiek zoet gehouden door de ‘special treatment’ muziek van DJ van dienst, Freddy ‘Pop’ Corn . Paul moest eerst nog een “In Dreams” Roy Orbison tribute afronden in het C.C. van Mol.

PAUL MICHIELS
website

 

 

 

 

 

 

 

 

Dankzij de grote professionaliteit van de bekende Antwerpse sessieband en sound engineer kon Paul er bij aankomst direct invliegen. De fijn tuning gebeurde tijdens het eerste nummer. Eén zéér bekend gezicht in bluesmiddens op het podium naast Paul. Little Chris hanteerde de gitaar en daardoor waren niet helemaal ontheemd. Hervé uiteraard op keyboards, maar nu ben ik toch wel schandelijk de naam van de drummer even kwijt, en dan de bloedmooie Marie-Ange, waarmee je zo gelijk een onzekere toekomst tegemoet zou stappen.

Paul Michiels putte uit het repertorium van Soul Sister en zijn eigen solo albums. Dat wisselde hij af met werk van de groten dezer aarde. Buddy Holly, Ray Charles, The Beatles, Steve Winwood, The Doobie Brothers, Sting, Peter Green’s Fleetwood Mac, The Average White Band, Tommy James and The Shondells, The Monkees, Carl Perkins, Little Richard, Will Tura en Them. Een stukje popgeschiedenis dus door Professor Dr. Michiels.

Nu ben ik niet echt zo beslagen op het gebied van Soulsister’s repertorium, maar ik zou een reusachtige leugenaar zijn, mocht ik hier nu stellen dat ik absoluut niets herkende. Natuurlijk klinken hun hits van de late eighties nu nog altijd als Top-Tien popsongs. Dit is niet Belgisch, dit is internationaal. Zelfs bij de grootste alternatieveling in de tent moet er een lichtje zijn gaan branden als Paul “Tell Me What It Takes” inzette. En “Changes”, en “Like a Mountain”. Dat zijn inderdaad dijken (levee’s in bluestaal) van songs en worden gelijk door iedereen meegezongen of binnensmonds meegeneuried door diegenen die nog altijd niet willen toegeven dat ze hier twintig jaar geleden op gedanst hebben.

Ook in het kiezen van de covers is hij een ace. Ik noem een paar uitschieters uit de dertig songs die Paul voor ons heeft neergezet in twee sets, maar zeker niet de enige. Bijzonder goed gedaan, vond ik “Valerie” van Steve Winwood. Chapeau. Het niet zo voor de hand liggende, ik heb het tenminste nooit iemand horen coveren, Doobie Brothers-vehikel “What a Fool Believes” en Peter Green’s “Need Your Love So Bad” mochten er ook wezen, dit laatste met een echte Little Chris signatuur gitaarsolo.

Dat Polle nog altijd twee voeten op de grond heeft mag blijken uit de manier waarop hij de pauze tussen twee sets invult. Niet meer of minder dan wat wij doen, ne keer gaan pissen en een 'Duvel' pakken.

In de tweede set krijgen we een duet met Fred Klee, je weet wel, de baas van deze Diestse juke joint. “Blue Suede Shoes” van Carl Perkins en “Tutti Frutti” van Little Richard, één witte en één zwarte mijlpaal op de rock ’n roll route. Maar dat was na “Woke Up This Morning” van Soulsister, alleen weet ik niet dat het nummer zo heet, maar alleszins een uitgesproken blues-statement inhoudend. Hierin manifesteert Paul zich als de nieuwe Virske de Fluitster. En op de chromatische harp weet de kleine schurk ook al zijn plan te trekken. Hij luistert veel naar Toots, denk ik.
Had ik “Never Let It Slip Away” van Andrew Gold al vermeld ? Dat is nu eens een nummer dat ik niet af kan, maar het werd wel degelijk vertolkt door onze Polle.

Waarschijnlijk om ons te tonen dat hij ook dat genre aan kan, diste hij ons naar het einde toe “Het Kan Niet Zijn” van Will Tura op. Nu is dit wel de laatste song van Will’s repertoire die je moet uitkiezen om de man populair te maken in dit biotoop. Hij heeft véél betere songs geschreven dan deze kleun.

Maar hij maakte alles nog ruimschoots goed met een spetterende versie van Van Morrison’s “Gloria” doorspekt met flarden “Gimme Some Lovin’” van Spencer Davis Group en “Give It Away Now” van Red Hot Chilli Peppers en een psychedelic  intermezzootje. Dat is in, nowadays…in alle middens.

“Magic In The House” in The Borderline met Paul Michiels. En laat dit gegeven nu ook de titel zijn van zijn laatste CD, dan heb ik, denk ik, alles gezegd en niets verzwegen. In elk geval zal het applaus dat hij hier heeft geoogst méér waard zijn, dan een ovatie in eender welk C.C., waar de mensen naartoe gaan om hun cultuurkaart op te souperen en applaudisseren uit beleefdheid.

Allez tot de volgende keer met Helmut Lotti.

witteMVS